doorschijnende halfedelsteen met een wasachtige glans, variëteit van het mineraal chalcedon. De kleuren komen voor in parallel lopende lagen of banden of zijn wolkachtig.
De steen werd reeds in de oudheid als siersteen benut. o.a. als gemme. waarbij de camee tot ontwikkeling kwam. In het bijzonder in de renaissance verwerkte men agaat in allerlei siervoorwerpen. waarbij de steen in gouden, zilveren of verguld-zilveren monturen werd gevat.