noemt men bij de bosexploitatie de houtsortimenten die, wat hun afmetingen betreft, voor verzaging in aanmerking komen. Voor zwaar zaaghout moet in Ned. de middendoorsnede (inch schors) der stammen of stamstukken bij naaldhout ten minste 25 cm en bij loofhout ten minste 30 cm bedragen.
Voor licht zaaghout bedraagt voor beide houtklassen de minimum diameter met schors 18 cm. In de trop. bosb. liggen bovengenoemde minimum doorsneden voor z. ca 10 cm hoger.