Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Weiderecht

betekenis & definitie

(Ned.) Men kan de bevoegdheid hebben op andermans eigendom vee te weiden krachtens overeenkomst. Ook als oud recht : klauwengang of stoppelweide, recht van naweide.

Bovendien was w. zeer gebruikelijk in markeverhoudingen ; hiervan is een bekend overblijfsel in het Gooi, waar de scharende (veehoudende) erfgooiers w. hebben op de meentgronden. Iets dergelijks had men in vele steden, waar de grootburgers w. op de stadsweiden konden doen gelden; in enkele Geld. en Ov. gemeenten bestaat dit nog. Er is gezegd, dat die weiden gemeenschappelijk eigendom der grootburgers zouden zijn, onder beheer van het gemeentebestuur ; daartegenover is veel te zeggen voor de opvatting, dat de weiden gemeente-eigendom zijn en dat de grootburgers dienaangaande geen (afdwingbaar recht, maar wel een redelijkerwijs in acht te nemen belang hebben.In België behoort het w. tot één van de servituten, die geregeld worden door art. 23 w. van het Veldwetboek en art. 648 van het B.W., waarin o.a. over vaine pâture gehandeld wordt.

< >