hebben tot doel vogels te weren ten einde vogelschade te voorkomen of te verminderen. V. kunnen van chem. of mechanische aard zijn.
In het laatste geval appelleren de v. op het oog of het oor, b.v. knalapparaten, vogelverschrikkers in de vorm van mensen, roofvogels, roofdieren of gedode kraaien. Chem. v. werken op de smaak. Daar de smaak bij vogels slecht ontwikkeld is, kan zeer snel gewenning optreden en moet men dus nog al eens afwisselen. Ook bij het toepassen van mechanische v. dient men er op bedacht te zijn, dat gewenning snel kan optreden. Men moet dus b.v. vogelverschrikkers niet te lang laten staan. Men gebruike de v. niet eerder dan wanneer men schade vreest en gaat bij gewenning direct op een ander v. over. Vogelverschrikkers helpen niet of nauwelijks tegen huismussen en houtduiven, maar kunnen succes hebben bij kraaiachtigen en spreeuwen.