Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Vleeskeuringswet

betekenis & definitie

Wet van 25 Juli 1919, S. 524, laatst gewijzigd 13 dec. 1950, S. 574, houdende bepalingen tot wering van vlees en vleeswaren, die voor de volksgezondheid schadelijk zijn. Volgens deze wet moeten slachtdieren, behoudens uitzonderingsgevallen (noodslachting) voor en na het slachten aan keuring worden onderworpen.

Ook huisslachtingen vallen tegenwoordig in geheel Ned. onder de v. Het resultaat der keuring kan zijn dat het vlees wordt goedgekeurd, voorwaardelijk goedgekeurd of afgekeurd. Afgekeurd vlees moet in een destructor worden verwerkt, voorwaardelijk goedgekeurd vlees kan in consumptie worden gebracht op voorwaarde van verkoop in het klein onder toezicht (z.g. over de vrijbank verkocht vlees), van sterilisatie of van bevriezing. Wanneer de eigenaar het met de uitspraak van de keurmeester niet eens is, kan hij herkeuring aanvragen. Bij Alg. Maatregel van Bestuur zijn tevens ter wering van voor de volksgezondheid schadelijke producten eisen gesteld waaraan slachterijen, vleeswinkels en bewaarplaatsen van vlees moeten voldoen.

De uitvoering der v. is in handen gelegd van de gemeenten. Ook voor de invoer van vlees en vleeswaren zijn voorschriften gegeven (z. Vleeskeuring).

< >