Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Tracheeën

betekenis & definitie

1. (dierk.) Luchtkanalen, waardoor vele ongewervelde dieren in staat zijn te ademen. Ze worden vooral aangetroffen bij de Arthropoda of geleedpotige dieren, b.v. spinnen en insecten.

2. (plantk.) Houtvaten, ontstaan uit 2 of meer in lengterichting achter elkaar gelegen cellen, doordat de scheidingswanden geheel of ten dele wegvallen. Ze dienen vooral voor het watertransport en kunnen meer dan 1 m lang zijn (eik, lianen) (z. Hout).

< >