Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 18-11-2021

Korengeesten

betekenis & definitie

(volksk.)

(1) K. huizen in het groeiende, rijpende koren. Oorspronkelijk waren het de geesten, die het kostelijke koren doen groeien en beschermen. Nu zijn ze alleen nog bekend als kinderschrik, opdat deze niet in het hoge koren zullen lopen. Zo in Dokkumer Wouden Antsje-mei-it-tsjil, d.i. Antje met ‘t wiel. Men stelt zich voor, dat zij op een wiel door het koren rijdt; als zij dit doet, dan ruist het graan.

Men hoort haar, maar men kan haar nooit zien. In Groningerland maakt men de kinderen bang voor de roggemouder, de roggemoeder, die de kleintjes vastgrijpt en nooit meer naar hun eigen moeder terug laat gaan.

(2) Vegetatiedemon. Hij moet sterven bij de oogst, om herboren te worden bij het kiemen van het nieuwe gewas (z. Koolhaas).

< >