In de landmeetkunde wordt de hoek gedefinieerd als het verschil van twee richtingen. Men vindt dit verschil door de linkerrichting (het linkerbeen van de hoek) met de wijzers van de klok mee te laten draaien om het hoekpunt, totdat deze samenvalt met de rechter richting (het rechterbeen).
Men onderscheidt hoeken in het horizontale, in het verticale en in een scheefstaand vlak. De grootte van de hoek wordt uitgedrukt in hoekmaat. Hij wordt gemeten met equerre, sextant of theodoliet