Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 21-01-2021

Campanula

betekenis & definitie

klokjesbloem, éénjarige, tweejarige of overblijvende, kruidachtige sierplanten met klokvormige violette, of witte bloemen met 5 brede slippen, behorende tot de fam. der Campanulaceae, gedeeltelijk inheems. Voor de siertuin zijn de volgende soorten het belangrijkst:

C.medium L., tweejarig met iets stengelomvattende, eirond-langwerpige bladeren en grote bloemen in grote trossen, Z. Eur.;
C.garganica TEN., overblijvende, zodenvormende rotsplant met violette bloemen, Italië;
C.carpatica JACQ., zodenvormende rotsplant met grotere bloemen dan de vorige, Karpathen;
C. portenschlagiana R. etS., zodenvormende rotsplant met paarsblauwe bloemen, W.Balkan; C.poscharskyana DEG. gelijkt op de vorige, maar wilder, Dalmatië; C.lactiflora BIEB., hoge, overblijvende plant met lichtblauwe bloemen, voor borders, Kaukasus;
C.persicifolia L., perzikbladig klokje, weinig vertakte, overblijvende plant met lancet-lijnvormige bladeren en bloemen in lange, opstaande trossen, populaire soort, waarvan verschillende var. in cultuur zijn: ‘Pride of Exmouth’, halfgevuld, zachtviolet; ‘Moerheimi’, gevuld, wit;
C.latiloba DC. F. met bredere bladeren dan de vorige, grofgezaagd, bloemen blauw, Griekenland, met var. alba G. DON, wit;
C.latifolia L., overblijvende plant met dubbelgezaagde bladeren en trechtervormige, blauwe bloemen, Eur.-Siberië, waarvan var. alba G. DON, wit en var. macrantha SIMS, met grotere bloemen.

< >