Een talud met zoden bedekken om afspoeling te voorkomen. Waar volledige bezoding bezwaarlijk of niet nodig is, kan volstaan worden met langs teen- en kruinlijnen aaneengesloten rijen kantzoden te plaatsen en de overige vlakken te bezaaien met graszaad.
Het gevaar bestaat echter, dat tijdens het groeien van de grasmat plaatselijk afspoeling optreedt.