de hoeveelheid en aard van het adsorptiecomplex bepaalt het a. van de grond. Per gewichtseenheid worden door humus 3 à 4 maal zoveel kationen geadsorbeerd als door de anorganische fractie < 2 μ.
Voor de kleimineralen montmorilloniet, illiet en kaoliniet bedraagt het a. resp. 80-100, 30-50 en 5-10 mg/acq per 100 gram. Voor Ned. gronden is het gemiddeld 50 mg/aeq per 100 g fractie < 2 μ. Een grond met een hoog a. is in staat veel kationen te binden, zodat deze voedingsstoffen niet zo gemakkelijk uitspoelen.