Ikonen Lexicon

Karin Braamhorst (2004)

Gepubliceerd op 01-03-2017

Pinksteren

betekenis & definitie

Pinksteren (gr. Pentekoste hemera) is op de vijftigste dag na Pasen volgens Johannes 20: 22 liet Jezus zijn leerlingen de heilige Geest ontvangen door in de periode van zijn verschijningen na Pasen over hen te blazen. In de Handelingen der apostelen gebeurt dat in de zin van een goddelijke geautoriseerde ‘be- geestering’: ‘er verscheen iets dat op vuur geleek’ ’in tongen verdeeld’ was en zich ‘op ieder van hen neerzette’. ‘Zij werden allen vervuld van de heilige Geest en begonnen in vreemde talen te spreken, naar gelang de geest hun te vertolken gaf.’ Alle aanwezige vertegenwoordigers van de verschillende volkeren verstonden de ‘be-geesterden’ in hun eigen taal.

Alles wijst erop dat het pinksterfeest al vroeg door de christelijke gemeenschap in Jeruzalem en Palestina werd gevierd. In combinatie met de Hemelvaart van Christus sluit het pinksterfeest de periode van vijftig dagen na Pasen af. Op de oudste afbeeldingen van dit feest wordt Maria getoond in de kring van apostelen, boven wier hoofden vurige tongen verschijnen. De Moeder Gods is een symbool van de ‘Moederkerk’.

Vanaf de negende eeuw ontwikkelt zich een schema waarbinnen de twaalf apostelen de vertegenwoordigers zijn van de door hen bekeerde volkeren. De oude man met kroon, die wordt afgebeeld met twaalf schriftrollen in een doek, symboliseert de kosmos als personificatie van de wereld die in duisternis verkeert. In Rusland werd de eerste pinksterdag vanaf de veertiende eeuw opgevat als een afsluiting van de heilsmanifestatie; het beeld van de Drievuldigheid werd vereerd als het pinksterbeeld, terwijl tweede pinksterdag werd gereserveerd voor de uitstorting van de heilige Geest over de apostelen.