Ikonen Lexicon

Karin Braamhorst (2004)

Gepubliceerd op 01-03-2017

Iconenschilder

betekenis & definitie

Iconenschilder waren meestal monniken –zeker in de middeleeuwen -, maar dit was geen vereiste. Iconen zijn belangrijk in de liturgie, daarom werd van de schilder allereerst geëist dat hij een ijverig dienaar van de kerk was.

Voor monniken was het schilderen van een icoon een liturgische handeling. Het Holenklooster te Kiev beschrijft dat ritueel:
‘Men gaf hem gewijd water en heilige relikwieën, opdat hij, nadat hij beiden met de verven had gemengd, de heilige iconen zou schilderen. En hij maakte deze iconen slechts op de zaterdagen, en op de zondagen ontving hij het voedsel (het lichaam des Heren), en met vurige ijver en in waakzaamheid van de geest, in grote stilte voltrok het zich’. Vele van deze schildermonniken zijn in de heiligenkalender van de Russisch-orthodoxe kerk opgenomen. Omdat de gelijkenis met het oerbeeld essentieel is voor het wezen van de icoon, werkten iconenschilders in de regel naar voorbeelden van hun voorgangers. Later maakten zij ook gebruik van voorbeeldboeken. Hierin waren voor iedere dag van het kalenderjaar de heiligen of kerkelijke feesten opgenomen, met hun voortekeningen, de juiste inscriptie en aanwijzingen voor kleurkeuze van de gewaden en achtergrond. Een bekend voorbeeldboek is het schilderboek van de berg Athos. In de zestiende eeuw was de vraag naar iconen zo groot geworden dat er een vervlakking intrad. De artistieke talenten van een schilder werden belangrijker dan vroomheid, dienstbaarheid en kuisheid. Naast monniken gingen steeds meer lekenschilders aan het werk. Zij beschouwden het schilderen van iconen vooral als een artistieke bezigheid én als goede bron van inkomsten. Deze schilders begonnen, in navolging van westerse kunstenaars, hun werk te signeren en dateren. Toenemende westerse invloeden en een veranderend wereldbeeld tasten in de achttiende en negentiende eeuw de grondbeginselen aan; de iconenschilderkunst raakte in verval.