Noord-Ierland is het gebied in het Noordoosten van het eiland Ierland en is onderdeel van het Verenigd Koninkrijk. Noord-Ierland heeft een eigen bestuur, maar wordt binnen de internationale betrekkingen altijd als onderdeel gezien van de soevereine staat het Verenigd Koninkrijk.
Noord-Ierland ontstond als gebied in 1921 als gevolg van de Paasopstand, die de oprichting betekende van de Vrijstaat Ierland. Het Zuiden van Ierland was er, tijdens een opstand die was begonnen in 1916, er in geslaagd om zich af te scheiden van het Verenigd Koninkrijk. In het Noorden van het Ierse eiland waren enkele Ierse graafschappen, waar voornamelijk protestants gezinden woonden, hier niet blij mee. Zij wilden liever bij het Verenigd Koninkrijk blijven. Dit had er mede mee te maken dat het overgrote deel van de Ierse bevolking rooms-katholiek was, terwijl de personen uit deze graafschappen juist het protestantisme navolgden, een invloed die uit het Verenigd Koninkrijk was komen overwaaien.
Om deze reden werd er, na het uitroepen van de Ierse Vrijstaat in 1921, gekozen om Noord-Ierland bij het Verenigd Koninkrijk te laten blijven. Het gevolg hiervan was dat er een minderheid in het Noord-Ierse gebied ontstond die zichzelf als katholiek zagen en de Britse troon niet positief gezind waren. Daarnaast zorgden wetten opgelegd door deze zelfde troon ervoor dat katholieke Ieren in Noord-Ierland op allerlei manieren gediscrimineerd werden. Deze gebeurtenissen liggen ten grondslag aan ‘The Troubles’, een periode waarin Noord Ierse katholieken zich afzette tegen de overheersing van het Verenigde Koninkrijk en de gewelddadig poging van de Britse regering om deze opstand de kop in te drukken. Deze bloederige periode eindigde pas in 1998, toen het Goede Vrijdag akkoord werd gesloten waarin Noord Ierland een onafhankelijk bestuur kreeg.
