Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Gepubliceerd op 22-05-2021

Wijsbegeerte

betekenis & definitie

het georganiseerde menschelijk denken o/h leven en zijn verschijnselen in algemeenen en abstracten zin; omvattende verschill. takken: → logica, → metaphysica, ethica (zedeleer) en → psychologie. De w. als zelfstandige tak v. studie stamt u/h oude Griekenland, waar Thales, v.

Anaximander en → Anaxirnenes (± 609 v. Chr.), als de eerste eigenlijke wijsgeeren mogen worden genoemd. Die oud-Grieksche w. kan in eenige perioden verdeeld worden: de Vóór-Socratische (met → Heraclitus en Pythagoras als hoofdfiguren), de Socratische ( → Socrates) en het tijdperk v. → Plato en → Aristoteles, welke laatsten de grondleggers der w. in engeren zin mogen worden genoemd. Hierop sluit aan een periode, die wij gewoon zijn de Helleensch-Rom. w. te noemen (tijdperk v/d Stoa, → Epicurus en het → Neo-Platonisme). In de eerste 10 eeuwen v/h Christendom is v/e eigenlijke w. geen sprake; deze vangt eerst weer aan omstreeks het jaar 1000, maar staat vooralsnog sterk o/d invloed v/d Chr. godsdienst (→ Scholastiek). Van een zelfstandige w. mag dan ook slechts gesproken worden vanaf het begin der 17e eeuw, toen → Bacon v. Verula het tijdperk der nieuwere w. inluidde, dat zich kenmerkt d/e groote verscheidenheid v. richtingen en waarin → Spinoza (ethicus), → Leibniz (Monadenleer), → Kant (grondlegger der kennistheorie), → Hegel (de voornaamste vertegenwoordiger der zg. → speculatieve w.) en Fechner (de vader v/h psychisch monisme en grondlegger der experimenteele psychologie) hoofdmomenten vertegenwoordigen.