Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Gepubliceerd op 22-05-2021

Taal

betekenis & definitie

het vermogen, zijn gedachten uit te drukken door woorden. Het aantal talen, dat o/d geheele wereld gesproken wordt, is zeer groot (1500 è, 2000).

Over het ontstaan der talen bestaan verschill. theorieën. De stamboom-theorie neemt aan, dat de verschill. talen ontstaan zijn door steeds verder schrijdende versplitsing v. één oorspr. oertaal; de Golf-theorie daarentegen zoekt de oorzaak v/h uitcenloopen der talen i/h optreden op verschill. plaatsen der aarde v. spraakwijzigingen, die zich dan golfsgewijze voortplanten; waarschijnlijk hebben beide oorzaken tot de taalversplitsing bijgedragen. Een ruwe verdeeling der bestaande talen is die in isoleerende talen, die geen buigingsuitgangen hebben, agglutineerende talen, waarbij stam en uitgang gescheiden zijn en flecteerende talen, waarbij stam en uitgang één geheel vormen. Een andere verdeeling is die i/e aantal groote taalgroepen (Monosyllabische, Indogermaansche, Semietische, Oeral-altaïsche, Maleisch-Polynesische talen enz.), die zich dan weder in diverse takken, ondertakken enz. splitsen. Van de moderne Europ. talen wordt het Eng. door 250 rnill., het Duitsch door 113 mill., het Fransch door 100 mill., het Spaansch door 90 iniil. e.i het Portugeesch door 50 mill. menscheu gesproken. → Wereldtalen.