Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Gepubliceerd op 22-05-2021

Scheikunde

betekenis & definitie

chemie, wetenschap die zich bezig houdt m/h onderzoek der samenstelling (analytische chemie, → analyse) v. stoffen uit niet verder scheidbare elementen, hun bouw (structuurchemie) eigenschappen en omzettingen (algemeene, physische chemie, enz.) en bereiding (synthetische en praeparatieve chemie). In den regel wordt de s. verdeeld in organische s. (zich hezig houdende m/d koolstofverbindingen), anorganische s. (de overige doode stoffen behandelend) en biochemie (s. v/d organismen en de omzettingen. die daarin plaats hebben).

De s. beweegt zich op natuurkundig, kristallografisch, mineralogisch en geologisch, zoowel als op biologisch, physiologisch en medisch gebied. — De Egyptenaren bezaten een uitgebreide practisclie chern. kennis (balsemen, parfumerieën, glas, enz.); de Grieken hebben de eerste pogingen gedaan, deze wetenschappelijk te fundeeren. De verdeeling der stof in 4 elementen (water, vuur, aarde, lucht) en de eerste theorie der → atomen dateeren uit dien tijd. In de Middeleeuwen waren magie en alchemie nauw verwant en richtte de studie zich voornamelijk o/h vinden v/d „Steen der Wijzen”, die de omzetting der elementen beloofde mogelijk te maken. De 16e eeuw bracht de latrochemie of scheikunde der artsen (Paracelsus, v. Helmont, Giauber), opnieuw veelal gericht o/h vinden v/e universeel middel, de → panacee of het levenselixer. Boyle (eind 17e eeuw) en zijn volgelingen beginnen de s. echter om haar zelf te beoefenen, en zij stellen verscbill. theorieën op ( → phlogiston) die de verschijnselen moeten verklaren.

De omverwerping der → phlogistontheorie door Lavoisier beteekende tevens het begin v/d werkelijk wetenschappelijke chemie der 19e eeuw. Aanvankelijk ontwikkelt zich de anorganische chemie snel (Berthelot, Gay Lussac, Dalton, Berzelius, Avogrado, enz.); door Wöhler wordt het aparte gebied der organische s. ontsloten (Liebig, Pasteur, Hoffmann e.a.). De nieuwe onderzoekingen leiden snel tot practische toepassingen en in enkele tientallen jaren ontwikkelt zich een groote chemische industrie. De moderne algerneene s. gaat intusschen voort de grondslagen der chem. processen te bestudeeren en richt zich daarbij vooral o/h onderzoek n/h wezen v. atomen en moleculen (Arrhenius, v/d Waals, v. ’t Hoff, Ostwald, Siedentopf, Nobel, Mendelejew, Curie, v. Bayer e.a.).

< >