toestel v/h verdunnen v. gassen of het luchtledig maken v ruimten, in 1635 uitgevonden door von Guericke. In den zuiger v/d pomp zit een klep, die omlaag gaande geopend, omhoog gaande gesloten wordt, zoodat de lucht, resp. het gas, ontwijkt en niet weder wordt toegelaten.
Bij den waterstraal-l. wordt de lucht d/d waterstraal meegevoerd. Bij de moleculairpomp v. Gaede wordt het uitstoot en der gasmoleculen bereikt door middel v. met groote snelheid ronddraaiende schijven. Het hoogste (echter niet absolute) luchtledig wordt bereikt d/d diffusie-L; hierbij dringt de (gediffundeerde) lucht u/d ruimte i/e kwikdampstraal, die ze naar buiten voert. Deze l. werkt, evenals de condensatiepomp v. Langmuir e.a., tot een druk v. millioenste mm. Voor industr. doeleinden dienen → exhauster. → zuigerpomp en → compressor.
