Thomas Watson (1874- 1956) was de drijvende kracht achter de groei in de beginjaren van IBM (16 juni 1911, Endicott, New York, Verenigde Staten). Hij was CEO van IBM van 1914 tot 1952.
Watson begon zijn loopbaan als leraar en werd later boekhouder en verkoper, voordat hij een baan vond bij NRC, een producent van winkelkassa’s. In 1914 werd hij ‘general manager’ van de Computing Tabulating Recording Company, het bedrijf dat later zou uitgroeien tot IBM.
Toen Watson begon had de voorganger van IBM 1.300 werknemers en een omzet van $ 4,5 miljoen. Bij zijn overlijden in 1956 had IBM 72.500 werknemers en een omzet van $ 897 miljoen. Na zijn dood werd IBM lang door de tweede Watson geleid: zijn zoon Thomas Watson Jr. (1914-1993). Watson Jr. werd later onder president Carter ambassadeur in Moskou.
Watson is ook de naam van de supercomputer van IBM die is gebaseerd op cognitieve technologie. De Watson computer kreeg algemene bekendheid toen deze de Amerikaanse TV-kennisquiz Jeopardy won. IBM is sinds 2014 met een een aparte businessunit bezig de kennis achter Watson te commercialiseren.
