De restschuld is het verschil tussen de waarde van een huis en de hypotheekschuld. Wanneer de hypotheekschuld hoger is dan de waarde van het huis, blijft er bij de verkoop van het huis een bedrag open staan. Dit noemt men de restschuld.
De afgelopen jaren is de waarde van veel huizen in Nederland gedaald. In sommige gevallen is de waarde dusdanig gedaald, dat dit bedrag zelfs lager is dan de hypotheek. Wanneer men de huidige woning wilt verkopen om een nieuwe woning aan te schaffen, kan het verschil in waarde van een huis en de resterende hypotheek op een negatief getal uitkomen. Men is niet in staat om met de opbrengst van de verkoop van het huis de resterende verkoopkosten af te lossen. In dat geval spreekt men van een restschuld. De restschuld is dus altijd een negatieve uitkomst. Een restschuld is geen probleem zolang men in de betreffende woning blijft.
Stel, de opbrengst van de verkoop van een woning is 220.000 euro. De verkoopkosten bedroegen 3.000 euro en men heeft een resterende hypotheek van 235.000 euro. De restschuld bedraagt dan: 220.000 - (235.000 + 3.000) = - 18.000 euro. Na verkoop van het huis heeft men dus nog 18.000 euro aan schulden open staan. In geval van een restschuld mag men vaak het huis niet verkopen.
Door een ongunstige huizenmarkt, hebben veel mensen in Nederland te maken met een eventuele restschuld. De verkoop van het oude huis levert in dat geval dus niet genoeg op om de resterende schulden af te lossen. Wanneer men toch wilt verhuizen, zal men in dat geval in overleg met de bank op zoek gaan naar een goede oplossing voordat men daadwerkelijk een nieuwe woning mag aanschaffen.
