‘Hoofdlijnen Nederlands Recht is geschreven door Prof. mr. C.J Loonstra (1992).
‘Hoofdlijnen Nederlands Recht’ behandelt de belangrijkste rechtsgebieden die het Nederlandse recht kent en biedt daarmee een algemene instructie voor hbo-studenten in het rechtsdomein. Het legt helder uit hoe rechtsgebieden zich tot elkaar verhouden en hoe deze op elkaar inwerken. Na een algemene oriëntatie volgt de behandeling van het verbintenissenrecht, het goederenrecht, het ondernemingsrecht, het burgerlijk procesrecht, het staatsrecht, het bestuurs(proces)recht, het straf(proces)recht en het Europees recht. In het boek wordt vanuit praktische voorbeelden de vertaalslag naar het recht gemaakt.
Cees Loonstra is naast hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, adviseur bij een Amsterdams advocatenkantoor. Hij beoefent het arbeidsrecht daardoor niet alleen in theorie, maar ook in de praktijk. Hij is tevens raadsheerplaatsvervanger bij Hof den Haag. Cees Loonstra schreef meerdere studieboeken voor het hbo.
Definities en betekenissen van Hoofdlijnen Nederlands Recht
A
- a-contrarioredenering
- aanbod en aanvaarding
- aandelen
- aanhouden
- aanvullend recht
- aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid
- absolute bevoegdheid
- absoluut recht
- actief kiesrecht
- adequatieleer
- administratief beroep
- advocaat-generaal (A-G)
- advocaat/procureur
- afdeling bestuursrechtspraak van de raad van state
- afspiegelingscollege
- akte van cessie
- algemeen verbindende voorschriften
- algemene beginselen van behoorlijk bestuur (abbb)
- algemene maatregel van bestuur
- algemene voorwaarden
- appellant
- arbeidsovereenkomst
- arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd
- arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd
- arrest
Toon meer
B
- beginsel van fair play
- begunstigende beschikking
- beheersdaden
- belanghebbende
- belastende beschikking
- beleidsregels
- benelux
- beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid
- beperkt recht
- beschikking (1)
- beschikking (2)
- beschikkingsbevoegdheid
- beschikkingshandelingen
- besluit
- bestanddeel
- bestuurlijke boete
- bestuursdwang
- bestuursrecht
- bestuursrechtspraak
- bewaring
- bezitsverschaffing
- bezitter
- bezwaarschrift
- blokkeringsregeling
- blote rechtsfeiten
Toon meer
C
- cassatie
- cassatie in het belang der wet
- cassatiemiddelen
- causaal verband
- college van burgemeester en wethouders
- collegiale rechtspraak
- commanditaire vennootschap
- commissaris van de koning
- comparitie van partijen
- concern
- conclusie
- concurrentiebeding
- constitutieve beschikking
- constitutum possessorium
- consumentenkoop
- coöperatie
D
E
G
- garantieverplichting
- gebonden beschikking
- gedeputeerde staten
- geïntimeerde
- gekwalificeerd delict
- gelede normstelling
- gelijkheidsbeginsel
- gemeenteraad
- genuszaak
- gevaarzetting (in verband met zorgvuldigheidsnormen)
- gevangenhouding
- gewoonterecht
- gezagsverhouding
- goed
- goederenrecht
- grijze lijst
- grondwet
H
I
K
M
- mandaat
- marginale toetsing
- materieel recht
- medebewind
- medeplegen
- medeplichtigheid
- meerderheidscollege
- memorie van antwoord
- memorie van grieven
- minister
- minister zonder portefeuille
- ministeriële regeling
- ministerraad
- moederrecht
- monarchie
- monistische visie op een verdrag
- monopoliepositie
- motie
- motiveringsbeginsel
N
O
- objectief recht
- obligatoire overeenkomst
- oligarchische clausule
- omzettingsmededeling
- onderlinge waarborgmaatschappij (owm)
- onderneming
- ondernemingsraad (or)
- ondernemingsrecht
- ongerechtvaardigde verrijking
- onherroepelijk aanbod
- onrechtmatige daad
- ontbinding
- ontbreken van materiële wederrechtelijkheid
- ontslag van rechtsvervolging
- onverbindend-verklaring
- onverschuldigde betaling
- opportuniteitsbeginsel
- opschortingsrecht
- opzeggen
- opzeggingstermijn
- overmacht
P
- parlementair stelsel
- parlementaire democratie
- passief kiesrecht
- peremtoir stellen
- personeelsvergadering
- personeelsvertegenwoordiging
- personenassociatie
- plan
- poging
- politieke ministeriële verantwoordelijkheid
- precedenteninterpretatie
- prejudiciële vragen
- preventieve toetsing
- primair europees recht
- privaatrecht
- procederen
- procureur-generaal (P-G)
- proeftijd
- provinciale staten
- pseudowetgeving
- publiekrecht
R
- raad van commissarissen
- raad van de europese unie
- raad van europa
- raad voor rechtsbijstand
- raadsheer
- recht van amendement
- recht van enquête (1)
- recht van enquête (2)
- recht van erfdienstbaarheid
- recht van erfpacht
- recht van hypotheek
- recht van initiatief
- recht van interpellatie
- recht van opstal
- recht van pand
- recht van parate executie
- recht van reclame
- recht van vruchtgebruik
- rechter in eerste aanleg
- rechterlijke macht
- rechtmatige daad
- rechtmatigheidstoets
- rechtsfeit
- rechtshandeling
- rechtspersoon
Toon meer
S
- sanctienorm
- schade
- schuldaansprakelijkheid
- schulduitsluitingsgronden
- secundair europees recht
- sepot
- sociale grondrechten
- socialeverzorgingsstaat
- specieszaak
- spontane vernietiging
- staande houden
- staat
- staatsrecht
- staatssecretaris
- staten-generaal
- statuten
- stelsel van evenredige vertegenwoordiging
- strafrecht
- strafrechtelijke ministeriële verantwoordelijkheid
- strafuitsluitingsgronden
- structuurvennootschap
- subdelegatie
- subjectief recht
- supranationale organisatie
T
V
- verbintenisscheppende overeenkomst
- verbod van analogie
- verbod van constitutionele toetsing
- verbod van détournement de pouvoir
- verbod van willekeur
- verdachte
- verdrag
- verdragsbepaling met self-executing (directe) werking
- verhoor
- verkrijging onder algemene titel
- verkrijging onder bijzondere titel
- vermogen
- vermogensrecht (1)
- vermogensrecht (2)
- vernietigbare rechtshandeling
- verordening
- verstek
- vertrouwensbeginsel
- vervangende schadevergoeding
- verzet
- verzoekschrift
- verzuim
- vonnis
- voorkeurstemmen
- voorlopige hechtenis
Toon meer