die krijg je als je je door een man van achteren laat nemen.
Op een herfstavond van 1872 hoorden twee nachtwachten in de bosjes van de Weteringschans een jongensstem: ‘Mag ik je nou eens naaijen’, waarop een ander antwoordde: ‘Ben je bedonderd, dan krijg ik een zaadkont.’ (Marcus, 1984:25).