Homo-erotisch woordenboek

Arendo Joustra (1988)

Gepubliceerd op 22-05-2017

uitwonen

betekenis & definitie

flink pakken, ruig neuken.

Maar ik wil ze niet uitwonen, ik wil ze niet helemaal bezitten en dan na één nacht de straat weer opgooien. (Bullinga, 1982:117). Ook uitgewoond worden, geneukt worden door een man met een (te) groot geslachtsdeel. Hier is misschien de observatie van de Fransman Jean de Léry op zijn plaats, die in 1578 schreef dat Braziliaanse indianen, de Tupi, elkaar uitscholden voor ‘tivira’, dat letterlijk man met omgeploegd achterste betekent. (Trevisan, 1986:21).