Homo-erotisch woordenboek

Arendo Joustra (1988)

Gepubliceerd op 22-05-2017

bak

betekenis & definitie

pisbak, urinoir trefpunt voor homo's en tevens faciliteit voor seksueel verkeer.

Ik ben eerst nog een paar bakken af geweest, en toen ben ik lekker naast je gekropen. (Van Manen, 1984). De verschillende bakken hadden vaak bijnamen zoals in Amsterdam de Museumbak aan de Nassaukade bij het Rijksmuseum, het Porceleintje, een uit witgeëmailleerde tegels gemaakt urinoir dat tegen een gemeentehuisje stond, de Paleisbak voor het Paleis van Justitie op de Prinsengracht en Kindervreugd bij de speeltuin van het Weteringplantsoen. Koenders (1984:73) noemt verder nog de Paraplu, een bak met een overkapping op het Rembrandtsplein, de Venetiaanse of Venetiaanse gondel, een half ondergrondse bak bij het Spui tegenover de Lutherse Kerk. Bij het gebouw van De Telegraaf op de Nieuwezijds Voorburgwal stond de Muizeval of de Tweeling, een pisbak met twee entrees. Ook op de bak staan. Het is een beetje wat je wilt hè. De een blijft op de bak staan, de ander gaat het park in, en ik neem ze altijd mee naar huis. (Het Parool, 28.9.1985). Zie bakkeloper, bakken, elitebak en mosselbak.