geslachtsgemeenschap hebben.
Ze waren jaloers op mij, omdat ik met Edwin naar bed ging en ze waren jaloers op Edwin, omdat die met mij aftufte. (Venema, 1972:29). Men weet dat het ‘all risk’ is om met zo'n schandknaap af te tuffen. (Mol, 1984). Van het dialectwoord ‘tuffen’, spuwen.