Gepubliceerd op 05-05-2017

Voedselwetten

betekenis & definitie

Nederlandse rooms-katholieken mochten van hun bisschoppen tot 1954 geen vlees eten op vrijdag. Op vrijdag was Jezus aan het kruis gestorven en de vleesloze vrijdag herinnerde daar wekelijks aan. De vishandel heeft in 1954 nog geprotesteerd toen dit vleesverbod werd afgeschaft.

Christenen hebben geen voedselwetten met uitzondering van de zevende dags adventisten die zich aan de joodse voedselwetten houden. Joden eten alleen vlees van herkauwende dieren met volledig gespleten hoeven. Joden eten daarom o.a. geen varkensvlees, net als islamieten. Joden en islamieten van sommige stromingen eten ook geen schelp en schaaldieren, dus o.a. geen garnalen, mosselen en kreeft. Voedsel dat aan de voedselwetten voldoet heet bij joden kosher, bij islamieten halal. Niet toegestaan voedsel heet resp. treife en haram. Islamieten mogen geen alcohol drinken. Hindoes zijn vaak vegetariër maar eten, als ze zich aan de wet houden, in elk geval geen rundvlees.

Op een multiculturele receptie zijn kip, mits ritueel geslacht, en de meeste vissoorten geen probleem wat de godsdiensten betreft. Godsdiensten hebben merkwaardigerwijs nooit voedselwetten voor planten.

Waarom zijn er voedselwetten? Er is een verklaring die benadrukt dat bewust levende mensen bij álles moeten leren nadenken en onderscheid maken, ook bij hun voedsel. Voedselwetten zouden een bewuste, denkende houding bevorderen. Anderen wijzen er op dat voedselwetten het contact tussen bevolkingsgroepen moeilijker maken: ze bemoeilijken menging en assimilatie.