Gepubliceerd op 05-05-2017

Roma, sinti en woonwagenbewoners

betekenis & definitie

In Nederland leven drie groepen mensen die wat hun leefwijze betreft min of meer ‘nomaden’ zijn. In de loop van eeuwen hebben steeds meer mensen gekozen voor het leven in een huis, de sedentaire manier van leven. Roma, Sinti en woonwagenbewoners zijn in Nederland de laatste nomaden. Zij hebben de druk weerstaan van een overheid die wil dat mensen administratief en fysiek vindbaar en controleerbaar zijn: dat ze dus in huizen moeten leven. In de volksmond worden de drie groepen vaak ‘zigeuner’ genoemd, een scheldwoord dat ‘rondtrekkende boef’ betekent. Het negatieve stigma op deze groepen is groot.

Roma en Sinti zijn volkeren die oorspronkelijk afkomstig zijn uit Oost-Azië, uit wat nu Pakistan is. Ze spreken een eigen taal. Er leven 5000 Roma en Sinti in Nederland. In de tweede wereldoorlog zijn tussen de 200.000 en 500.000 Europese Roma en Sinti vermoord.

De onderwijspositie van Roma en Sinti is slecht, maar gaat sinds twintig jaar wel vooruit. Er is desondanks nog veel schoolverzuim en ze bezoeken overwegend de lagere niveaus van het vmbo.

De huidige woonwagenbewoners zijn qua herkomst een totaal andere groep. Het zijn nakomelingen van autochtone Nederlanders die aan het einde van de 19e eeuw, begin 20e eeuw, besloten om een zwervend bestaan te gaan leiden. De negatieve beeldvorming over hen en de onderwijsresultaten zijn wel vergelijkbaar met die van Roma en Sinti. Bovenkerk wijst op het veel voorkomen van illegale hennepkwekerijen in en georganiseerd vanuit woonwagenkampen (2001, blz. 209).

Roma, Sinti en woonwagenbewoners voelen een grote afstand tot de ‘burgers’, de mensen die in huizen wonen. Ze hebben vaak het idee dat de overheid, o.a. door onderwijs de bedoeling heeft hun kinderen van hen te vervreemden.