Gepubliceerd op 05-05-2017

Kledingvoorschriften

betekenis & definitie

In formele zin hebben autochtone Nederlanders geen kledingvoorschriften. Toch is er ook bij hen duidelijk sprake van een verschil tussen mannen- en vrouwenkleding en bijvoorbeeld van kleding voor de nacht en voor overdag. Tot ongeveer 1965 hadden de meeste Nederlanders aparte kleding voor zondag en voor ‘door de week’. Dat verschil is, behalve bij de streng christelijke groepen, verdwenen. Tot 1930 ging geen Nederlandse man zwemmen met onbloot bovenlijf. Dat werd toen te naakt gevonden.

Islamitische Nederlanders hebben te maken met strengere kledingvoorschriften. Mannen horen, volgens de strenge interpretatie van de islam, buitenshuis bedekt te zijn van hun navel tot aan hun knieën; vrouwen behoren buitenshuis het hele lichaam te bedekken behalve hun handen en hun gezicht. Ook haar lichaamsvormen, de rondingen, mogen niet duidelijk zijn te zien. De overgrote meerderheid van de islamieten houdt zich niet aan deze kledingregels. In de meest strenge variant bedekt een burka het hele lichaam en het hele gezicht waarbij de vrouw door een gaasje naar buiten kijkt. Dit komt in Nederland zelden voor, wel bijv. in Afghanistan en Pakistan. Symbolisch gezien is de vrouw in burka weliswaar fysiek buitenshuis maar door haar kleding is ze tegelijkertijd in een binnenwereld. Het meest besproken kledingstuk is ongetwijfeld de hoofddoek. Die houdt de haren bedekt en laat het gezicht vrij. Ook bij joden dragen de orthodoxe vrouwen kleding die vrijwel het hele lichaam bedekt. Veel orthodox joodse vrouwen dragen een pruik om hun haren te bedekken. Ook strenge christenen dragen kleding waarbij de lichaamsvormen afgevlakt zijn. Een broek voor vrouwen is bij hen verboden: de vorm van het onderlichaam is dan te duidelijk.