Gepubliceerd op 05-05-2017

Discriminatie

betekenis & definitie

Discriminatie. Alledaagse subtiele voorbeelden.

De beschuldiging van discriminatie komt bij veel autochtone Nederlanders hard aan. De meesten proberen die beschuldiging te vermijden. Er zijn daarom, zeker in intellectuele kringen, weinig openlijke racistische scheldpartijen. Ook een openlijke afwijzing op grond van ‘ras’ komt zelden voor. Juist omdat het taboe zo groot is, is het belangrijk om attent te zijn op subtiele verschijnselen van discriminatie. We komen dan ook bij grensgevallen waarvan het onduidelijk is of het ‘discriminatie’ is.

- Op een sportveldje mogen jongeren na acht uur niet meer voetballen. Allochtone jongeren lijken sneller en op een grovere toon te worden weggestuurd dan de autochtone jongeren.
- Bij een busbedrijf wordt na elf september jolig tegen een Iraanse collega geroepen: Hé, Saddam. Vrijwel alle ‘Hollandse’ chauffeurs vinden het een grap. De Iraanse chauffeur voelt zich weggezet als allochtoon. Hij wil als een gewone collega gezien worden.
- Een winkelbedrijf neemt geen Marokkanen meer aan ‘wegens slechte ervaringen’.
- Een allochtoon meisje loopt langs een groepje collega’s die over politiek praten. Ze hoort vaag iets over het Midden-Oosten. Als ze er langs loopt valt het gesprek stil.
- Iemand zegt in de bus tegen een zwarte dikke vrouw: U had wel twee kaartjes mogen kopen. De vrouw voelt dat het tegen een dikke blanke vrouw minder haatdragend was gezegd.
- Turkse werknemers mogen in een bedrijf geen Turks praten. Over ‘onverstaanbare’ Franse en Groningse collega’s wordt weinig gezegd.
- Eenzelfde fout wordt een Marokkaanse jongen harder aangerekend dan een autochtone jongen.
- Een Hollandse werkgever vindt het ‘gezeur’ dat een islamitisch meisje het verkleinwoord ‘hoofddoekje’ kleinerend vindt. Hij neemt - haar verzoek - het woord ‘hoofddoek’ niet over.
- In gemengd gezelschap zegt iemand: ‘Ik doe mijn kind niet op die Turkenschool’. Diezelfde persoon is bij andere onderwerpen gevoelig en respectvol.
- In een organisatie worden allochtone sollicitanten lager ingeschaald. Ze vinden het geen discriminatie, ze doen het uit voorzichtigheid.

In bovenstaande voorbeelden is het soms de éxtra vinnigheid die het gedrag tot discriminatie maakt. In andere gevallen is het de ongevoeligheid voor wat de ander voelt. In het laatste voorbeeld gebeurt het zelfs met de beste bedoeling.

Discriminatie. ‘Tegen discriminatie zijn’.

Vrijwel altijd wordt met discriminatie bedoeld dat iemand ten onrechte een onderscheid maakt tussen mensen in het nadeel van iemand of van een groep. In die betekenis zal ik het verder gebruiken.

De uitspraak Ik ben tegen discriminatie heeft daardoor geen enkele concrete betekenis. De logica is die van een cirkel. U houdt per definitie ook niet van vies voedsel, u vindt per definitie lelijke schilderijen niet mooi, u vindt te luide muziek te hard. In de woorden ‘vies, lelijk’ of ‘te luid’ zit al opgesloten dat u het onprettig vindt. Zelfs een duidelijke racist kan tegen ‘discriminatie’ zijn. Hij vindt de nadelige maatregelen aanvaardbaar, voor hem wordt een terecht onderscheid gemaakt.

Discriminatie. Bedoeling of effect?

Er wordt vaak gestreden over de vraag of bepaald gedrag (bijv. het weigeren van immigranten bij de disco) discriminatie ‘is’. Die vraag is onhelder. Er kunnen twee vragen bedoeld zijn:

- Is het gedrag bedoéld om te discrimineren? (De bedoeling-definitie)
- Heeft het gedrag, ongeacht de bedoeling, het éffect van discriminatie? (De effect-definitie)

Bij allerlei discussies op radio en tv. wordt dit onderscheid niet gemaakt waardoor er langs elkaar heen wordt gepraat. In de Nederlandse Wetboek van Strafrecht worden expliciet beide betekenissen discriminatie genoemd: Artikel 90quater: “Onder discriminatie of discrimineren wordt verstaan elke vorm van onderscheid, elke uitsluiting, beperking of voorkeur, die ten doel heeft of ten gevolge kan hebben dat de erkenning, het genot of de uitoefening op voet van gelijkheid van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden op politiek, economisch, sociaal of cultureel terrein of op andere terreinen van het maatschappelijk leven, wordt teniet gedaan of aangetast.” (onderstreping HK)

Discriminatie. Machtsverschil.

Als bankdirecteuren geweigerd worden bij een disco, dan is dat discriminatie, maar dat heeft weinig maatschappelijk effect. Een harde mop over Nederlanders kan in Nederland ook nauwelijks een schadelijk effect hebben: Nederlanders zijn daar in de meerderheid. Eenzelfde discriminerende mop over een zwakke groep kan echter veel meer schade aanrichten.

Bij de vraag naar de onwenselijkheid van een verschijnsel (een mop, beleidsmaatregelen) moet daarom altijd óók gekeken worden naar de machtsverschillen. Die bepalen in belangrijke mate in hoeverre de discriminatie schadelijk is.

Discriminatie. Persoonlijk en maatschappelijk.

Mag een oud blank vrouwtje dat één kamer verhuurt een uitdrukkelijke voorkeur hebben voor een blanke huurder? Of is dat discriminatie? Hier is het onderscheid tussen de privé sfeer en de openbare sfeer van belang.

Discriminatie in de privé sfeer wordt breed geaccepteerd. Bij de keuze van een levenspartner zal niemand het ‘discriminatie’ noemen als iemand uitdrukkelijk een zwarte of blanke partner wil. Of een slanke of een lange partner, of minimaal iemand met HBO niveau. Dat is immers de persoonlijke levenssfeer.

In de openbare levenssfeer leidt het uitleven van voorkeuren wel tot ernstige schadelijke discriminatie. Als bijvoorbeeld een woningbouwvereniging geen zwarte Nederlanders zou accepteren. Of als een baliemedewerker sommige etnische groepen bevoordeelt. Of als de politie burgers van bepaalde etnische groepen sneller bekeurt. Dat soort gedrag is fataal voor de samenhang in de samenleving. In de openbare sfeer hoort non-discriminatie te bestaan. Bij het oude vrouwtje is m.i. sprake van een keuze in de privé sfeer.

Discriminatie. Vier onprettige waarheden tot slot.

- Migranten discrimineren uiteraard ook. In veel gevallen discrimineren niet westerse immigranten openlijker, harder en ongeremder dan autochtonen.
- Mensen die tegen discriminatie zijn, blijken soms alleen tegen discriminatie te zijn van hun eigen groep. Ze hebben soms geen bezwaar tegen het discrimineren van ánderen.
- Soms komt een groep die jarenlang slachtoffer geweest is van discriminatie later in een machtspositie terecht. Dan blijkt vaak dat het vroegere slachtofferschap niet leidt tot grotere menselijkheid. Zij discrimineren dan zelf alsof ze zelf nooit slachtoffer waren.
- Soms misbruiken migranten het begrip discriminatie zoals waarschijnlijk iedereen soms misbruik maakt van zijn mogelijkheden. Een oudere door zijn leeftijd, een vrouw door haar charmes, een invalide zijn handicap, enz. Migranten weten dat de opmerking: ‘Zeg je dat omdat ik zwart ben?’ soms effectief is.