Afrikanen in Nederland komen, behalve uit Marokko, vooral uit Angola, Egypte, Ethiopië, Eritrea, Ghana, Kaapverdië, Kongo, Nigeria, Soedan en Somalië. Somaliërs zijn de grootste groep (16%), daarna de Kaapverdianen (11%). Het is nauwelijks mogelijk hen hier recht te doen.
- Nederlanders zien hen als ‘Ghanees’ of als ‘Somaliër’. Ze ervaren zichzelf echter vooral als lid van een clan. Ghanezen ervaren zichzelf bijvoorbeeld als Ga, Akan, Ashanti, Ewe. Somaliërs ervaren zichzelf als Samaal, als Saab, etc. Er zijn veel clans en subclans.
- De meeste Afrikanen zijn niet gewend aan een goed functionerende staat met eerlijke politie en een eerlijke belastingdienst. Van huis uit is hun beeld dat de staat corrupt is, je hebt er niets aan. De staat is erop uit jou te plukken. Jij mag de staat ook plukken.
- Bij vrijwel alle Afrikanen is het gezag van de ouders groot. De grootfamilie is vaak belangrijker dan het kerngezin. Bij de opvoeding is er gezamenlijke zorg voor de kinderen door tantes en oma’s. Er is veel gemeenschapszin. De Kaapverdianen vormen een uitzondering. Ze hebben vrijwel allemaal een-ouder gezinnen: de alleenstaande moeder voedt het kind op.
- Het merendeel van de Afrikanen in Nederland is christen. Onder de Somaliërs, Soedanezen en Nigerianen zijn veel moslims.
- Somaliërs, Nigerianen en Soedanezen emigreren met hun Nederlandse paspoort vaak naar Engeland. De taal is makkelijker, je kunt zo je schulden in Nederland achterlaten, je kunt makkelijker een eigen bedrijfje beginnen en de dwang tot aanpassen is er niet zo streng.
- Ghanezen zijn qua criminaliteit relatief vaak betrokken bij paspoortfraude, drugshandel, illegaliteit en prostitutie. Nigerianen bij het financieel uitkleden van goedgelovige rijke Nederlanders door hen met een mooi verhaal voor te spiegelen dat ze snel rijk kunnen worden.
- Veel Somaliërs in Nederland zijn hoogopgeleid. Zij moeten hier productiewerk doen terwijl ze altijd een gerespecteerd arts, leraar, verpleegkundige, directeur, etc. zijn geweest. Er is een lang rouwproces nodig om dat te kunnen aanvaarden. Veel Afrikanen zijn werkeloos of werken onder hun niveau.
