Handelslexicon

J. Hagers (1910)

Gepubliceerd op 14-03-2019

Zegelrecht

betekenis & definitie

Zegelrecht - een belasting, die geheven wordt op het papier of perkament, dat gebruikt wordt voor alle gerechtelijke en burgerlijke hetzij administratieve, openbare of onderhandsche akten, mitsgaders voor alle geschriften, die in rechten als bewijs kunnen worden overlegd en voor alle andere stukken in de Zegelwet genoemd. Er bestaan geene uitzonderingen, dan die bij name in deze wet zijn uitgedrukt.

Deze belasting bestaat in :

1. het zegelrecht naar de oppervlakte van het papier. 2. dat voor buitenlandsche paspoorten. 3. dat, geevenredigd aan de sommen en geldswaarden. Het bewijs, dat zij voldaan is, bestaat in den droog ingeschroefden of nat op het stuk ingedrukten stempel des Rijks, het zegel, waaraan de belasting haar naam ontleent.

Zegelrecht op quitantiën. Alle zonder tusschenkomst van een openbaar ambtenaar opgemaakte, of niet uitdrukkelijk van zegelrecht vrijgestelde quitantiën en andere eenzijdige akten of geschriften, bevattende de erkenning door of namens den schuldeischer van het geheel of ten deele te niet gaan eener geldschuld, onverschillig in welken vorm overigens die stukken zijn opgemaakt, al ware het in dien van berichten of brieven, meer dan f 10.— bedragende, zijn aan een vast zegelrecht van 5 cent onderworpen, dat voldaan kan worden door ophechting van plakzegels. Hiervan zijn uitgezonderd quitantiën van Rijks- en andere belastingen, die aan het oude zegelrecht blijven onderworpen. Indien het tegendeel niet bepaald is, komt het recht ten laste van den schuldenaar. Is het voorschrift niet nageleefd, dan wordt den schuldeischer f 25.— boete opgelegd.

Wissels, orderbriefjes, assignatiën bank- en ander papier aan toonder en handelspapier. 1. Binnen het Rijk betaalbaar. Recht : 5 cts. en 50 pCt. opcenten berekend van iedere f 100.— tot f 500.—, boven de f 500.— tot f 10.000 van iedere f 500.— en boven de f 10.000 van iedere f 1000.—. Zoogenaamd kort papier, nl. dat betaalbaar is op zicht, drie dagen na zicht, of acht dagen na dagteekening, is onderhevig aan een vast recht van 5 cents. Wissels en alle handelspapier. 2. Buiten het Rijk betaalbaar is onderworpen aan een vast recht van 5 cents. Alles onder verbeurte van 100 maal het niet betaalde recht, doch minstens f 25.—. 3. Van in het buitenland getrokken wissels, aan het zegelrecht onderworpen en in meer dan een ex. uitgegeven, of wanneer kopijen daarvan gemaakt zijn, zijn die meerdere exemplaren of kopijen vrij van het recht, wanneer op den prima- of oorspronkelijken wissel het recht voldaan is, of de houder of acceptant, die binnen het rijk op een der meerdere exempl. of kopijen het eerst zijn handteekening zet, aan die handteekening de daardoor tevens de bekrachtigde verklaring doet voorafgaan „Het zegelrecht is op den prima- of oorspronkelijken wissel behoorlijk voldaan.” Hij, die deze verklaring in strijd met de waarheid onderteekent, beloopt f 1000.— boete. Wanneer de aan het zegelrecht onderworpen stukken buitenslands zijn opgemaakt, moet daarvan het recht worden voldaan (behoudens de bij de wet genoemde uitzonderingen) alvorens hier te lande verhandeld, geaccepteerd, geëndosseerd, betaald, gequiteerd of voor aval geteekend worden, of voor dat wegens nonacceptatie of non-betaling protest wordt opgemaakt, op verbeurte van 100 maal het niet overeenkomstig de wet betaalde recht, doch minstens f 25.— voor ieder, die een der hierboven gemelde handelingen heeft bedreven, zonder vooraf het zegelrecht te voldoen, hetgeen door ieder houder van een wissel, enz. wiens handteekening niet of niet in strijd met de wet op het stuk voorkomt, zonder boete kan geschieden, ook is ieder houder daartoe verplicht op straffe van aansprakelijkheid, voor boeten door vroegere houders beloopen.

— Jordens, P. H. Wet op het recht van zegel, f 0.25. W. E. J. Tjeenk Willink.