Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

Gepubliceerd op 25-05-2017

zegekoning

betekenis & definitie

Renner die in één seizoen de meeste zeges heeft behaald. Naoorlogs recordhouder is Freddy Maertens. In 1976 behaalde hij 56 overwinningen, twee meer dan Eddy Merckx, die 54 keer won in 1971.

We moeten in de tijd teruggaan tot Theo Middelkamp (1945) om een Nederlandse zege-koning tegen te komen. (Wieler Revue, 18/11/1988)

In 1949 werd de Bruggeling met twintig overwinningen Belgisch zegekoning. (Patrick Cornillie: De eeuw vóór Museeuw. 100 jaar wielrennen in West-Vlaanderen. 1997)