Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

Gepubliceerd op 25-05-2017

racekar

betekenis & definitie

Informele benaming voor een racefiets. Syn.: karretje orgel. In het Franse wielerargot spreekt men van: bécane, biclo, la petite reine, haridelle, tarare, voiture.

Hij kreeg een racekarretje voor zijn eerste communie... (Mart Smeets: Kopmannen en waterdragers. 1992)

Raleigh is niet als Colnago, Eddy Merckx of Fondriest, ontwerpers van prachtig gestyleerde racekarretjes die slechts produceren voor de elite van het wegfietsen. (Algemeen Dagblad, 27/02/1997)