Nog soepel kunnen fietsen na het leveren van zware inspanningen. Wie hiertoe minder goed in staat is, heeft ‘slechte papieren’. Oorspronkelijk Zuid-Nederlands.
Bij ons was het zo dat wie in een klassieker de beste papieren had, of wie in een etappekoers na twee of drie dagen nog in staat was te winnen, automatisch de steun van de anderen kreeg. (Gijs Zandbergen: Alleen op kop, 1990)
Om Raas te kloppen moet je hier wel verschrikkelijk goede papieren hebben. (Ron Couwenhoven: Wielerklassiekers, 1990)
De beste vooruitzichten hebben op de overwinning; er het beste voorstaan.
Ik weer op de fiets, maar toen merkte ik pas, dat dat voorwiel krom als een hoepel was. Dus toen had het gewoon geen zin meer. Ik kon omdraaien en naar de douches gaan. Dat was natuurlijk balen. Het gebeurde na 160 kilometer en ik wist, dat ik op dat moment nog heel goede papieren had. Dat gaf wel weer een beetje moraal voor LuikBastenaken-Luik. (Mario de Boer: Steven Rooks. De sportman van het jaar vertelt zijn levensverhaal. 1989)
Breukink moest in 1988 en 1989 Rooks en Theunisse laten voorgaan, maar heeft sinds vorig jaar de beste papieren. (Het Parool, 01/06/1991)
