Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

Gepubliceerd op 25-05-2017

open koers (wedstrijd)

betekenis & definitie

Koers, wedstrijd waaraan elke renner met een geldige licentie kan deelnemen; wedstrijd zonder ballotage van de deelnemers. Oorspronkelijk uitgedokterd door de Fransman Félix Lé-vitan, maar in de jaren zestig van vorige eeuw overgenomen door de directies van kleinere etappewedstrijden. Op die manier kon men dit soort koersen interessanter maken en de amateurs konden hierdoor het ritme van de profs onder de knie krijgen.

Ik heb als amateur veel ‘open’ wedstrijden gereden. We reden ze als training en zeker niet om de profs weg te rijden. (NRC Handelsblad, 03/03/1990)

Pas in ‘25, en na een terugstap naar de onafhankelijken, het hij weer hoopvol van zich horen: hij won Brussel-Parijs (een open wedstrijd voor profs en onafhankelijken), werd eerste in Luik-Verdun-Luik en tweede in Parijs-Calais. (Herman Laitem: 100 jaar wielrennen in Limburg. 1994)