Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

Gepubliceerd op 25-05-2017

nekkie: het - gaat (vliegt) eraf

betekenis & definitie

Gezegd wanneer een renner het moeilijk krijgt; het gaat niet meer; helemaal op, kapot zijn. Vaak met het bijkomend handgebaar. Syn.: de pijp is leeg. Vgl. Frans: être tordu; être cuit; être dans le dur. Engels: to have the sags; to take a packet.

Boogerd bleef zelf redelijk nuchter onder de complimenten. ‘Ik heb het wel eens slechter gedaan. Op het laatst ging mijn nekkie er bijna af, maar ik bleef gelukkig aan het elastiek hangen.’ (NRC Handelsblad, 22/07/1998)

Op de Kruisberg probeerde hij zich zij aan zij met Lance Armstrong naar boven te wringen, maar de tempoversnelling van de Amerikaan en de andere ‘miljoenenmannen’ bleek meer dan hij aankon. Met nog 20 kilometer voor de boeg ging ‘het nekkie eraf’, (de Volkskrant, 22/04/2003)