Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

Gepubliceerd op 25-05-2017

mes

betekenis & definitie

Informele benaming voor versnelling. ‘Een groot mes steken; het grote mes erop zetten’: een hoog verzet gebruiken. Frans: pousser un grand braquet. ‘Met het kleine mes’: met een kleine versnelling. ‘Een slagersmes’: een grote versnelling. Frans: la grande assiette; la bracasse.

‘Er zat nog snee op het mes’: hij reed nog soepel. ‘Zijn mes was afgebot’: hij reed niet goed meer.

Evenmin sneed hij met het grote mes van zijn hoogste versnelling machtiger sneden dan zijn makkers in de Tour. (Leeuwarder Courant, 23/07/1957)

Weer in de Ronde van België was alleen de uitgekookte Felix Sellier, de man met het legendarische ‘groot mes’, hem nog de baas... (Jan Cornand: Gouden Lucien Buysse. 1976)