Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

Gepubliceerd op 25-05-2017

lap

betekenis & definitie

Ronde achterstand: ‘iemand een lap bezorgen’.

Gelukkig voor het wielervolk zat er in het inmiddels behoorlijk uitgedunde peloton nog voldoende kwaliteit om tenminste nog iets tegen de overmacht van de twee koplopers te ondernemen. Martin Schouten, de later afstappende Bart Boom, Rob Sienders, Dennis Heij en Erwin Gijsbers namen als eerste de handschoen op. Een voorbeeld dat gevolgd werd door Peter Voshol, John Talen, Godert de Leeuw en Jeroen Boelen. Een kwartet dat zich bij de groep Sienders zou voegen. Ook Ronald Krijnen, Klaas Veerman, Arjan de Heer, Jan de Leeuw, Francis Fransen en Ton Griep wisten een lap te voorkomen. (De Dordtenaar, 21/09/1998)

Smit zat in een kopgroep van vijf, met daarbij Anne van der Veen en Herman Steensma, die het peloton een ‘lap’ gaf en vijf bonuspunten vergaarde. (Leeuwarder Courant, 12/07/1999)