Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

Gepubliceerd op 25-05-2017

kermiskoers

betekenis & definitie

Wedstrijd ter gelegenheid van een kermis of een feest dat over een parcours van 6-12 km tot buiten de bebouwde kom voert. Dit soort koers houdt het midden tussen een wegwedstrijd en een criterium. Veel ronden eindigen met een premiesprint. Voor jonge renners betekent het een goede verdienste. Daarom wordt er ook stevig gekoerst. De eerste kermiskoersen dateren uit de jaren twintig van de vorige eeuw. Kermis is een verbastering van ‘kerkmis’, een feest ter verjaring van de kerkwijding. De deelname aan een kermiskoers is een individuele zaak. Bezitters van een geldige licentie komen naar de koers toe en schrijven zich ter plaatse in. De organisatie weet dan ook nooit van tevoren hoeveel deelnemers er zullen zijn. In Nederland gebruikt men de laatste jaren de term kermiskoers in plaats van een criterium. Franse en Engelse renners gebruiken in hun jargon de term ‘kermesse’. In Bretagne heeft men het over ‘un pardon’. Kermiskoersen worden in de volksmond weleens in verband gebracht met combines. Sommige renners houden niet van kermiskoersen omdat ze onprofessioneel zijn (vaak omkleden in een oude schuur, douches zijn er meestal niet), alleen goed voor training en verdiensten. Wie hogerop wil heeft in kermiskoersen niets te zoeken. De laatste jaren is het aantal kermiskoersen fors gedaald: van 229 per seizoen in 1972 tot 180 tien jaar later. In 2000 werd er slechts een veertigtal gehouden.

Men zegt zo dikwijls: de oorzaak van het feit, dat er in de wielersport op de weg de laatste jaren een schaarste aan werkelijk grote kampioenen heerst, is gelegen in de criteriums, de kermiskoersen waarin de renners hun geld te gemakkelijk verdienen en waarin zij er te weinig aan herinnerd worden, dat de wielersport veel méér van haar beoefenaren vraagt. (Martin W. Duyzings: Sport op twee wielen. 1950)

Natuurlijk weet ik best dat kermiskoersen de kwalijke reputatie hebben als zou alles erin ‘gearrangeerd’ worden. De ene kermiskoers is echter de andere niet, en in Zwevezele hebben Christian Callens en ik echt gespurt voor wat we waard waren. (Freddy Maertens. Niet van horen zeggen. Opgetekend door Manu Adriaens. 1988)