Informele term voor de fiets. Syn.: machine. Frans: biclard, biclot. Engels: iron.
Pas toen hij de overstap maakte naar de amateurs, kreeg hij zijn eerste gloednieuwe karretje. (Algemeen Dagblad, 26/06/1993)
Ik had een vriendje met een racefiets. Nou ja, racefiets, het was gewoon zo’n Hollands karretje, maar wel met een racestuur erop. (Het Parool, 25/07/1998)