Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

Gepubliceerd op 25-05-2017

jonkies

betekenis & definitie

De jonge renners, de beginnelingen. Vgl. Frans: les jeunots.

De generatie Van der Poel, Rooks, Nijdam, Theunisse scoort niet meer. De net-niet-dertigers Maassen, Breukink en Harmeling vullen de leemte moeizaam op. Maar vooral de getalenteerde midden-twintigers Talen, Cordes, Zanoli, Bouwmans en Den Bakker falen en dreigen de kloof onoverbrugbaar te maken voor de overschatte jonkies Dekker, Nelissen en Hoffman. (Het Parool, 21/07/1993)

De jonkies domineren de 77ste Giro d’Italia. De ‘Bambies’ voeren het commando. Onder aanvoering van Evgeny Berzin, 24 jaar sinds vorige week vrijdag en gevolgd door zijn leeftijdgenoot Marco Pantani, de verrassing van de Ronde van Italië. (Trouw, 07/06/1994)