Niet soepel rijden; rijden met alleen aandacht voor zichzelf. Uitdrukking bedacht of alleszins populair gemaakt door Gerrie Knetemann. Syn.: met z’n gat openzitten.
’ Ik was niet de enige die met z’n hol open zat. (Maarten Ducrot: Berichten uit de Tour de France, 1987)
Ik heb de hele dag met ’t hol opengereden, maar Parijs haal ik! (Mart Smeets: Stoempen, snot en sterven. 1991)