Vluchten; ontsnappen. Eigenlijk: op de vlucht slaan (zoals een haas).
In de vierde rit Brest-La Rochelle kozen Miel Georget en Ménager het hazenpad na honderd kilometer. (Achiel Van Den Broeck: De geschiedenis van de Ronde van Frankrijk. 1949)
Van in het begin van de wedstrijd koos ik het hazenpad, maar na tachtig kilometer kreeg ik af te rekenen met een onthutsende inzinking. (Robin Hannelore: Kampioen in een doodlopende straat. 1973)