Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

Gepubliceerd op 25-05-2017

gangmaker

betekenis & definitie

Motorrijder die voor een fietser rijdt om hem tegen de wind te beschermen. Hierdoor kunnen snelheden tot zo’n 70 km per uur worden bereikt. Oorspronkelijk fungeerden ook fietsers als gangmakers. In 1891 toen de eendagswedstrijd Bordeaux-Parijs voor het eerst georganiseerd werd door het Franse sportblad Le Vélo stonden fietsers de renners tijdens het hele parcours bij. Dit noemde men de levende gangmaking. Later maakten de fietsers in Bordeaux-Parijs plaats voor tandems, die vanaf Tours vervangen werden door auto’s. Nog later, ca. 1931, deden de handelsmotoren hun intrede. Van 1938 tot 1976 verzorgde de derny de gangmaking, meestal vanaf Poitiers. Nadat gedurende een korte periode Japanse handelsmotoren gebruikt werden, kwamen de bromfietsen. Later werd Bordeaux-Parijs gereden zonder gangmakers of entraineurs. Vgl. ook pacemaker. Zie ook: entraineur.

Na wachten op defekte motoren en een val van den gangmaker B. verscheen P.D. om een proefrondje te rijden. (Nieuwe Rotterdamsche Courant, 27/07/1914)

Ernest Pasquier. De man die Linart vier keren het wereldkampioenschap der stayers hielp winnen als gangmaker, was in 1903 een flink rondeman. (Achiel Van Den Broeck: De geschiedenis van de Ronde van Frankrijk. 1949)