Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

Gepubliceerd op 25-05-2017

furonkel

betekenis & definitie

Onderhuidse ontsteking, steenpuist. Komt van het Latijnse woord ‘furunculus’. Een populaire benaming is derde bal. Frans: être blessé de la selle (furonkels hebben).

Ik sta nog even stil bij de Nederlandse renners van jaren her, en wel om een waar gebeurd verhaal te vertellen, waarin een kwaal die net zoals de doping de wielerrangen teistert, de ‘furonkel’, de steenpuistenplaag, een hoofdrol speelt. (Stan Lauryssens: De Flandriens. 1973)

‘Het zitvlakprobleem is de meest voorkomende kwaal onder wielrenners,’ zegt Jean-Paul van Mantgem, teamarts van de Rabobank. Ondanks alle verbeteringen in het zadel, het zeemleer, de zalfjes en poeders blijft de kwaal bestaan. Renners in de Tour zitten in drie weken gemiddeld negentig uur op het zadel. Van Mantgem: ‘Het is onvoorstelbaar dat niet elke renner er last van heeft. De huid is daar erg dun en krijgt uren traumatische druk te verwerken.’ Dat kan een furunkel veroorzaken, in wielertaal een steenpuist, knelbult of derde bal: een ophoping van vocht met afgestorven cellen in of onder de huid. Dat kan leiden tot operaties. Freire moest drie jaar geleden onder het mes. Jan Raas moest ooit de Tour verlaten met een steenpuist. (Trouw, 10/07/2007)