Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

Gepubliceerd op 25-05-2017

fietscomputer

betekenis & definitie

Apparaatje op de fiets dat de afgelegde afstand en gemiddelde snelheid weergeeft. In het wielerpeloton gepopulariseerd door Greg LeMond die een vernieuwer was. Hij introduceerde ook het spaghettistuur en de baseball-pet voor wielrenners. In criteria is het apparaat meestal verboden.

Met ingang van dit jaar is uit veiligheidsoverwegingen het dragen van een hoofddeksel ‘met harde schaal’ verplicht. Het is een nieuwe stap op weg naar de wielersport van de 21ste eeuw. Dichte wielen, druppelvormige kaders, triatlonsturen, klikpedalen en fietscomputers zullen naast de kosmonautenhelmen het gezicht van het peloton bepalen. (NRC Handelsblad, 02/03/1991)

Hij had het complete parkoers met stijgingspercentages ingeprogrammeerd op zijn fietscomputer en reed het WK-traject thuis in het Belgische Kapellen tot in den treure, overigens met een bronzen plak als resultaat. (Algemeen Dagblad, 12/10/1999, over Adri van der Poel)