Zonder veel moeite, erg gemakkelijk winnen, de eindstreep halen. Ontleend aan het Frans: arriver dans un fauteuil. Vgl.: met de vingers in de neus; in een zetel.
Deze keer kwam ik door Godefroot in een fauteuil te zitten, waardoor ik profiteerde en waardoor ik eigenlijk Milaan-San Remo won. (Gijs Zandbergen: Alleen op kop, 1980)
Bevilacqua kreeg dus opdracht er tegen Coppi een wandeling van te maken, zodat de ‘campionissimo’ in een fauteuil naar de finish kon. (Martin Ros: Wielerhelden. 1991)