Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

Gepubliceerd op 25-05-2017

deltafiets

betekenis & definitie

Fiets met ossenkopstuur en een achterwiel dat een halve meter hoger is dan het voorwiel. Speciaal bedoeld voor tijdritten. Syn.: duikbootfiets. Toen Francesco Moser in 1984 het werelduurrecord verbeterde was hij uitgerust met aërodynamische kleding, een erg lichte fiets en deltawielen.

Op zijn aërodynamische deltafiets leek hij weer superieur te zijn tot het materiaal hem in de steek liet. (Leeuwarder Courant, 23/07/1984)

Via een kennis heb ik bijna een jaar geleden eindelijk twee materiaalsponsors gevonden. Daardoor heb ik nu de beschikking over een deltafiets van duizenden guldens met een klein voorwiel en een soort ossekopstuur. (Leeuwarder Courant, 06/01/1989)