Bijnaam van de Tourmalet, de hoogste Franse col van de Pyreneeën (2115 meter hoog). In 1910 verlieten 26 renners voortijdig de Tour uit protest tegen het zware parcours (de Pyreneeëncols werden toen voor het eerst aangedaan). Henri Desgrange, de toenmalige Tourdirecteur, wou bezemwagens inzetten om te controleren of de renners de cols wel keurig zouden bestijgen. Bovendien werd een premie uitgeloofd voor degene die met de fiets de Tourmalet kon bedwingen. Tot dan was deze berg niet meer dan een doorgangsweg voor Franse en Spaanse handelaars.
De sneeuw lag al voor de deur, terwijl de vrieskou en de ijzige wind het skioord op die zomerse dag winters kleurden, toen technisch directeur Jean-Fran^ois Pescheux naar binnen kwam en het nieuws bracht dat het flink sneeuwde op de 2770 meter hoge Iseran, dat jaar het ‘dak van de Tour’. (Raymond Kerckhoffs & Robert Janssens: Triomf en tragiek op de Tourcols. 2003)
Liefst vier cols van de eerste categorie stonden op de menukaart en het dak van de Tour, de verschrikkelijke, 2115 meter hoge Tourmalet zou als scherprechter fungeren. (Leo van de Ruit en Frans van Schoonderwalt: De Kneet. Entertainer op twee wielen. 2005)
