Engels voor uitblinker. Vgl. klasbak, klepper.
Julien is nooit geweest wat men in rennerstale noemt: een crack. Maar nu en dan kwam hij toch aan uitslagen, die getuigden van meer athletieke vermogens, dan men hem wilde toekennen. (Karel Van Wijnendaele: Het rijke Vlaamsche wielerleven. 1943)
André Poppe is nooit een crack geweest. Als liefhebber won hij redelijk wat koersen, eens 18 op één jaar - hij reed de Ronde van Mexico en won er twee ritten - maar als beroepsrenner was hij geen pottenbreker. (Stan Lauryssens: De Flandriens. 1973)
